Skip to content

De grafische techniek, een lino

De grafiek van Hein Overbeek komt tot stand door snijden en drukken. Het medium is linoleum. In oude tijden was hout lange tijd een gangbaar middel om mee te drukken, maar met de komst van linoleum, aan het einde van de negentiende eeuw, was er een nieuw drukmedium voor grafische kunstenaars voorhanden. Het snijwerk in dit nieuwe natuurproduct voor op vloeren ging vlotter en bracht strakkere werken dan in hout. Het leverde nieuwe prenten op die zich goed voegden in de moderne kunsten in het begin van de twintigste eeuw.

Op dit moment zijn er meer houtsnijders dan linosnijders. In die zin neemt Overbeek een bijzondere plaats in in de hedendaagse grafische kunsten. Linoleumsnijders behoren tot een uiterst zeldzaam drukkersras en hun werken, de lino's, tot de nog moeilijk te vinden grafische unica.

Hein Overbeek is vaak te vinden aan zijn eigen drukpers. Handen, voeten en ateliervloer zwart van de drukinkt. Gebruikte zwarte stukken linoleum bevolken in stapels het atelier. Overigens tot aan de schildersezel, die daar zijn eigen territorium opeist (zie het atelier met drukpers en ezel in 'Zelfportretten' en in 'Contact'.)

Het linoleum dat hij met de fijne gustjes wegsnijdt, wordt wit in de voorstelling en wat hij laat staan wordt zwart. Snijdt hij een breed stilleven van vele kannen en potten (zie in 'Allerlei'), dan snijdt hij, kijkend naar dat stilleven, zonder aarzelen in spiegelbeeld in een verbazingwekkende behendigheid. Wat rechts in het stilleven staat, wordt links gesneden en is na de druk weer rechts in de voorstelling te zien.

Alleen kostbaar zwaar en mooi papier wordt gebruikt om op af te drukken. Alle werken hebben dit papier als prachtvolle kwaliteitsdrager. Alleen bij zijn allereerste lino was dat niet het geval. Die maakte hij - ten huize van oom Jan van der Zee, Gronings kunstschilder en lid van De Ploeg - toen hij zeven jaar was en drukte het toen af op een kladblaadje, de eerste en laatste keer.

MvZ